![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
||
![]() |
||||||
|
||||||
Handleiding: maak je eigen autotuin (of iets anders)
Laat je fantasie werken. Wat zou jij graag op straat willen hebben? Deze Eigen tuin & Auto site geeft je alle informatie die nodig is om jouw droom op straat te verwerkelijken. Dus pak de haakse slijper, en ga aan de slag.
|
||||||
![]() Fokke van Katwijk bij VARA's Vroege Vogels |
||||||
De basis: een parkeerplaats in jouw stad(sdeel)
Hier begint het natuurlijk allemaal mee: een stuk ruimte op straat ter grootte van een beetje middenklasse auto (groter mag natuurlijk ook). Dat is al gauw 7 vierkante meter stad, die met een beetje inspanning jouw terrein kan worden. De meeste steden, en zeker Amsterdam, hebben het parkeren al jaren geleden 'gereguleerd' met een systeem van parkeermeters en vergunningen. Bezoekers van buiten betalen een bedrag aan de paal om hun karretje te mogen stallen, bewoners van de stad kunnen voor een lage prijs een vergunning aanvragen, waarmee ze hun auto voor hun deur (of vaak wat verderop) kunnen stallen zonder daarna nog heel veel te hoeven betalen. Zo betaal je in stadsdeel Oud-Zuid in Amsterdam € 57,52 per zes maanden voor een vergunning. Huur daar maar eens een volkstuin voor.
Ad 1: dit toon je aan met het kentekenbewijs. Als je een auto koopt moet je je als eigenaar laten registreren bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer. Je laat dan het kenteken op jouw naam overschrijven. Dat kun je op vrijwel elk postkantoor in een handomdraai laten doen en kost zo'n 11 euro.
Laten we er even van uitgaan dat je als bewoner/particulier een vergunning gaat aanvragen. Wat heb je dan nodig?
Ad 1: Je kunt ook Stadstoezicht die gegevens laten natrekken voor €2,25. Het aanvraagformulier voor de parkeervergunning vind je hier. Als alles klopt kun je direct een tijdelijke vergunning meekrijgen, die geldt totdat de definitieve vergunning is afgegeven. Al met al kost het regelen van zo'n vergunning dus niet zoveel tijd. Een bezoekje aan het postkantoor, en aan één van de kantoren van Stadstoezicht is genoeg.
|
![]() |
|||||
![]() Een beetje autotuin kan niet zonder een auto. Dat hoeft natuurlijk niet zo'n hele goede te zijn. De ervaring leert dat je met een bedrag van tussen de 130 en 230 euro een aardig karretje kunt kopen. Let met name op de volgende zaken:
De volgende auto's verdienen speciale aanbeveling:
|
![]() |
|||||
![]() Een parkeerplaats in gebruik nemen kan alleen maar met een voertuig. De Amsterdamse Parkeerverordening 1996 verstaat daaronder:
Het RVV (Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens) verstaat in de genoemde artikelen onder
Het is volgens de Parkeerverordening verboden om andere voorwerpen dan voertuigen op parkeerplaatsen te stallen. Artikel V.1: "Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een voertuig, te plaatsen of te laten staan op een parkeerplaats." Onder die parkeerplaats worden dan in de Parkeerverordening alleen die plekken verstaan waarvoor normaal parkeergeld moet worden betaald. Privé-parkeerplaatsen vallen hier natuurlijk buiten. De parkeerverordening sluit dus bakfietsen, fietsen en bromfietsen en alle niet-voertuigen uit van parkeren op openbare plekken. Dat betekent echter niet per se dat er alleen motorvoertuigen mogen staan. De Parkeerverordening heeft het namelijk over "voertuigen én motorvoertuigen". Nergens staat dat er alleen vergunningen worden afgegeven voor motorvoertuigen die een kenteken nodig hebben, zoals auto's. Dit is wel een interessant punt. De meeste autotuinen zullen een tijdelijk karakter hebben, omdat ze na 'behandeling' niet meer door de APK komen. En daaruit volgt dan dat je geen kentekenbewijs meer krijgt, en dan dus ook de vergunning niet meer kunt verlengen. Een mogelijk alternatief voor een auto is dus een eigen voertuig met vier of meer wielen. Of, een auto zonder motor. Of een aanhangwagen. Kom regelmatig terug op deze site, want dit wordt uitgezocht.
|
![]() |
|||||
DE TECHNIEK
Eenmaal in het bezit van een auto, en voorzien van de benodigde papieren en parafernalia, kun je aan de slag. Elke toepassing van een auto voor andere doeleinden brengt weer specifieke eisen met zich mee. Hopelijk kunnen we op deze site langzamerhand de ervaringen van heel verschillende auto-conversie projekten tegemoet zien, maar hier concentreren we ons even op de autotuin.
Nadat je de auto op de plaats van bestemming hebt geparkeerd, begin je met het voorbereidende werk. Dit houdt in dat je de hele binnenkant leeghaalt, behalve desgewenst de bestuurdersstoel, zodat het nog een beetje op een voertuig lijkt. Een paar goede ring- steek- of ringsleutels en een doppenset bieden uitkomst, evenals een paar stevige kruiskopschroevendraaiers en een stevig stanleymes. Haal alle banken en stoelen uit de auto, verwijder alle plastic zooi die tegen het chassis zit aangeplakt, draai de ramen voor en achter naar beneden, of haal ze weg als het uitklapramen zijn. Verwijder op de plekken waar je gaat zagen de dakbedekking aan de binnenkant. Een schroevendraaier eronder en met enige kracht lostrekken. Denk om de nietjes. Een paar werkhandschoenen zijn erg praktisch. Een goede autotuin kan niet zonder zonlicht. Het dak van de auto is dus niet ideaal. Weg ermee. Onze ervaringen met de haakse slijper (al te koop voor 50 euro, maar ook te huur bij de ijzerhandel voor een of twee tientjes) zijn goed. Dit is een soort gekantelde boormachine, waar je zogenaamde 'flex-schijven' op monteert. Je kunt ook een boormachine uitrusten met een flexschijf, maar dit is een minder veilige oplossing dan de haakse slijper. Die flex-schijven koop je bij de bouwhal voor een paar euro. Aan drie of vier van die schijven heb je voor een gemiddelde auto wel genoeg. Wel die voor metaal kopen, en niet voor steen. Koop er direct een veiligheidsbril bij, en een stel werkhandschoenen. In principe kun je met kleine flexschijven met een diameter van 10 cm al heel ver komen. In dat geval zul je van binnen en van buiten moeten slijpen om door de stevige delen heen te komen. Voor het dikkere werk is daarom een haakse slijper voor de grotere maat flex-schijven (15 cm en meer) aan te bevelen. Je bent een vakmens, dus gebruik je goed materiaal! Deze fase van het autotuinproject is zeker spectaculair, maar je moet je kop er bij houden. Even niet opletten en je kunt nooit meer met de haakse slijper werken. En dat zou toch zonde zijn. Hou de haakse slijper dan ook steeds stevig met twee handen vast, en zorg dat je steeds stevig staat. Altijd van je afslijpen! De vonken schieten met de draairichting van de flex weg. Waar je moet zagen hangt af van het soort auto, en het gewenste eindresultaat. Fokke van Katwijk liet de voorruit in de sponning en sleep boven-voor het dak door. Niets weerhoudt je natuurlijk om ook de voorruit te verwijderen. Ook de achterkant kan wisselen. Over het algemeen zal de zg. vijfde deur niet meer als zodanig bruikbaar zijn na deze operatie. Eerst maar weghalen dus. Kwestie van losschroeven, of eventueel losslijpen. Werk de losgeslepen delen goed af. Vijl de bramen glad, en vul de open delen met bv. pur-schuim. Behandel ze in een later stadium met loodvrije menie o.i.d., om roest te voorkomen.
|
![]() |
|||||
![]() Dit is een kritische fase. Het gaat hier om gewicht en het gaat hier om vocht. Eerst het gewicht. Dan het vocht: je moet ervoor zorgen dat er een soort natuurlijke afwatering is. Tegelijk moet je ervoor zorgen dat de carosserie niet al te snel doorroest. Op dit punt hebben we nog onvoldoende ervaring. Het lijkt raadzaam om op specifieke plekken, bv. bij de deuren te zorgen voor een goede afwatering, bijvoorbeeld door de beschermende rubberranden aldaar weg te halen. Daarnaast kun je -indien aanwezig- de doppen in de bodem weghalen, of op een aantal plekken gaten prikken. In de loop van de tijd kun je bekijken of dat voldoende is, of dat je nog een paar gaten in de zijkant bij moet boren. Wij kozen voor de eerste autotuin voor een onderlaag van worteldoek, verkrijgbaar bij het tuincentrum. Dat is een speciaal materiaal dat vocht wel, maar wortels niet doorlaat. Op die manier kan het water weglopen, maar krijgen de wortels een duidelijke 'bodem'. De ervaring moet uitwijzen of dit inderdaad een slimme methode is. Landbouwplastic een alternatief. Waarschijnlijk voorkomt dit laatste langer het doorroesten van de carosserie. Het levert wel weer problemen op t.a.v. de afwatering. Je zou ervoor kunnen kiezen om het bodemwerk eerst grondig in de menie te zetten. Hiervoor zijn tegenwoordig redelijk milieu-acceptabele (niet loodhoudende) soorten van in de handel.
|
![]() |
|||||
![]() Afhankelijk van je uiteindelijk doel, en het soort auto moet je eerst een bekisting aanbrengen om die delen die niet met aarde zullen worden bedekt, bijvoorbeeld als je de bestuurderszetel vrij wilt houden. Ook de plek waar de achterklep zat moet waarschijnlijk afgeschermd. Zorg dus dat je voldoende houten planken ofzo klaar hebt liggen, en een goede zaag om ze ter plekke op maat te zagen. Hiervoor is de haakse slijper weer niet zo handig.
|
![]() Een rijdende autotuin in de VS |
|||||
![]() Nadat je je autotuin hebt ingericht, ben je natuurlijk niet helemaal klaar. Aparte aandacht verdient de plaats van de parkeervergunning. Wettelijk moet deze in de linkeronderhoek van de achterruit worden geplaatst, maar die is weg. Alternatief is bv. een constructie van plexiglas, die je met stevige bouten op de motorkap voor monteert. Hoe ostentatiever, hoe beter. Denk er om dat parkeervergunningen voor sommige mensen een waarde vertegenwoordigen. Voorkom dus dat die al te gemakkelijk kan worden meegenomen. Zorg verder voor een kindveilige afwerking van de scherpe randen. Met een goede vijl krijg je ze goed glad. Vervolgens in de (loodvrije) menie zetten om roest te voorkomen. Zorg ook dat het afval dat resteert netjes wordt afgevoerd. Ruim het direct op, en licht de reinigingsdienst over dit grofvuil in.
|
||||||
![]() Eigen tuin & auto is heel geïnteresseerd in andere ideeën voor de creatieve conversie van parkeerplaatsen. Heb je ook een een autotuin, of wil je iets heel anders met een parkeerplaats gaan doen? Laat het ons weten. Wie weet kunnen we hier op termijn een bonte verzameling ten toon spreiden! Email: Eigen tuin & auto 30 november 1999, updated 13 mei 2002 |